Het werd bevestigd dat de botfragmenten toebehoorden aan Homo sapiens. Bovendien hadden verschillende fragmenten die op verschillende tijdstippen waren opgegraven dezelfde DNA-sequenties, wat erop wijst dat ze ofwel van hetzelfde individu waren of van moederskant verwant waren. De DNA-sequenties kwamen ook overeen met mtDNA uit de schedel van een 43.000 jaar oude vrouw die werd ontdekt in de grot Zlata Kun in Tsjechië.
De ontdekking bewijst dat zelfs de vroegste groepen Homo sapiens die zich over Eurazië verspreidden al enig vermogen hadden om zich aan te passen aan dergelijke barre klimatologische omstandigheden. Tot voor kort werd gedacht dat weerstand tegen koude klimatologische omstandigheden pas een paar duizend jaar later tot uiting kwam.